Note: Deze blog is geschreven op donderdag 9 maart.
Na 2 weken wachten is het eindelijk zover: de tussentijdse echo. Net als de vorige keer brengen Noah en ik samen Sophie naar school. De afspraak is dit keer om 09:45, dus we hoeven niet meteen door naar het ziekenhuis. Op ons gemak slenteren we door de supermarkt en halen wat verse broodjes. Na het eten – tot mijn verbazing heb ik eetlust – stappen we in de auto en rijden naar het ASZ.
Omdat dit geen uitgebreide medische echo betreft mag Noah mee, zodat Yannick dit keer ook mee kan en achteraf gezien is dit maar goed ook. Iets over half 10 lopen we met z’n 3en de poli op. Noah is vrolijk, want “hij gaat bij de baby kijken” zegt hij. Ik meld me aan bij de balie en mijn bloeddruk wordt gecheckt. 100/65, dikke prima. De vorige afspraken waren super stipt, maar deze loopt uit. Gelukkig vermaakt Noah zich prima bij het raam. Daar rijdt elke minuut wel een bus, politieauto of ambulance voorbij.
Geen hartslag
Ruim een half uur later dan gepland word ik geroepen. Ik mag meteen gaan liggen en de arts begint met de echo. Ik kijk op het scherm en vrees meteen het ergste; de baby ligt doodstil, terwijl deze tot nu toe bij elke echo een gezellige spring in ’t veld was. De arts concludeert vrijwel meteen wat ik al dacht te zien: “het hartje klopt niet meer”, zegt ze. “Oh, echt?” zeg ik. Mijn stem klinkt verbaast, maar dat ben ik niet. Of eigenlijk wel, maar vanuit een soort van zelfbescherming hou ik mezelf voor de gek dat ik dat niet ben.
Ze loopt de baby helemaal na en voert ook nog een meting uit. “Aan de grootte van jullie kindje te zien is het hartje er ruim een week geleden mee gestopt”. Ik vraag meteen hoe nu verder. Ook dit is zelfbescherming, want zolang ik dingen kan regelen is er geen plek voor emotie, denk ik. Zodra ik mijn kleding fatsoeneer en met mijn rug naar Noah toe sta voel ik opeens de tranen over mijn wangen rollen. Oké, fout gedacht.
Vervolgonderzoek
Ik geef mezelf geen tijd om te huilen en veeg de tranen weg met het doekje die de arts mij geeft. Ik durf Yannick niet aan te kijken, want ik weet dat ik dan weer ga huilen. We nemen plaats aan het bureau en bespreken wat de vervolgstappen zijn. We kunnen kiezen om de vruchtwaterpunctie alsnog te laten uitvoeren. Deze is niet meer nodig om een beslissing te kunnen nemen betreft het voortzetten van de zwangerschap, maar de uitslag daarvan kan wel steun bieden tijdens het verwerkingsproces van het verlies van ons kindje.
Naast de vruchtwaterpunctie kunnen we er ook voor kiezen om na de bevalling een stukje huid van de baby op kweek te laten zetten en op die manier onderzoek te laten doen. Ik kies voor de snelste en meest betrouwbare optie; de punctie. Dinsdag 14 maart gaan we dus nog steeds naar het Erasmus MC.
De bevalling inplannen
De arts geeft ons een folder over hoe nu verder. Van hoe ik zal bevallen tot het regelen van een eventuele uitvaart. Tot 24 weken zwangerschap mag je zelf kiezen wat je met het kindje doet. We kunnen het achterlaten in het ziekenhuis, mee naar huis nemen en bijvoorbeeld in de tuin begraven of een uitvaart regelen en het kindje laten cremeren of begraven. Mijn hoofd tolt en ik heb even geen vragen. Ze begrijpt dat en vraagt of ik op een ander moment nog eens wil langskomen om de aankomende bevalling te bespreken. Ik knik meteen ja; dat wil ik wel.
Het gesprek en bevalling worden ingepland en we verlaten de poli. Rond kwart voor 11 lopen we het ziekenhuis uit. Yannick en ik zijn stil, Noah rent vrolijk door de hal en huppelt door de draaideur. In de auto vertelt hij over de baby. “Ik zag de baby, mama. Op de televisie.” Hij kletst nog wat verder, zingt een liedje en vraagt daarna wat we vanavond gaan eten.
Terwijl ik af en toe via de binnenspiegel naar hem kijk rollen de tranen in stilte over mijn wangen. Voor hem is het een normale dag, voor mij is dit de dag dat alles veranderde.